Amsterdam, Stille Omgang.

Ieder jaar in de maand maart lopen duizenden christenen in zwijgende verbondenheid de Stille Omgang, een nachtelijke stille pelgrimstocht door het centrum van Amsterdam, langs de route die de pastoor van de Oude Kerk op 15 maart 1345 liep. Hij was getuige geweest van een Eucharistisch wonder in het huis van een zieke man aan de Kalverstraat en droeg het Heilig Sacrament (de hostie) terug naar de Oude Kerk. De Stille Omgang kenmerkt zich door de stilte, het ontbreken van uiterlijk vertoon, het duistere uur en de zwijgende verbondenheid van de duizenden gelovigen; katholieken én protestanten. De Omgangers weten zich al biddend en mediterend verbonden met Jezus Christus die zich aan alle mensen van goede wil geeft als leeftocht voor onderweg. Het motto, de intentie van dit jaar, is ‘Vreugde is het onmiskenbare teken van God’.

 

Op 15 maart 1345, zo vertelt de overlevering, lag een man in een huis aan de Kalverstraat ziek op bed en vreesde te sterven. Hij liet een priester roepen om hem te bedienen en van het Heilig Sacrament (de hostie) te voorzien. Na het nuttigen van de hostie moest de zieke overgeven en werd het braaksel in het brandende haardvuur van zijn kamer geworpen. De volgende dag bleek dat hij niet alleen de hostie onbeschadigd had uitgebraakt, maar bovendien dat het vuur het deze niet had aangetast. Was dat nog niet opmerkelijk genoeg: de hostie die de volgende dag door de priester van de Oude of Nicolaaskerk weer was opgehaald, keerde vanuit de Oude Kerk op wonderbaarlijke wijze in het huis van de man terug. Dit herhaalde zich daarna nog eens tweemaal. De plaats van het wonder wordt nu gemarkeerd door de Mirakelkolom aan het Rokin. In de middeleeuwen vierden de christenen dit wonder met een feestelijke Mirakelprocessie. Vanaf 1881 door een nachtelijke omgang in stilte, het werd hiermee de inspiratiebron voor alle stille tochten in Nederland.