Kruisweg in de St. Cunibertuskerk te Wahlwiller.

Adrianus Johannes (Aad) de Haas wordt op 30 december 1920 in Rotterdam geboren. Daar volgt Aad de lagere school en aansluitend de mulo. In 1938 wordt hij toegelaten tot de Rotterdamse Academie voor beeldende kunsten op basis van een twee jaar eerder gemaakt stripverhaal: De geschiedenis van een mannetje dat gewoon, zoals iedereen, leefde en doodging. Zo wordt hij ook al in een vroeg stadium geïnspireerd door Bijbelse verhalen.
In september 1943 exposeert Aad de Haas zijn werk bij de galerie van Van Zanten. Bij de controle van de Kultuurkamer (opgericht 1942 door de Duitsers) wordt al het werk van Aad de Haas in beslag genomen. Aad wordt opgepakt en verblijft zes maanden in een politiecel. In maart 1944 wordt hij om onopgehelderde reden vrijgelaten, maar hij is verplicht zich te laten omscholen door de Duitse bezetter.
In 1944 trouwt hij met academiegenote Nel Koekman en zij duiken onder in Zuid-Limburg dat al na vier weken werd bevrijd.
Via zijn vriend, pater Mathot, kopen zij een huis in het dorp Ingber. Door pater Mathot krijgt hij ook de opdracht de kerk van Wahlwiller te schilderen. Aad de Haas schilderde daar in de periode 1946-1949.
Een ware hetze is ontstaan over het schilderwerk van Aad de Haas in de H. Cunibertuskerk van Wahlwiller dat zover ging dat de kruiswegstaties op Goede Vrijdag 1949 op last van het Vaticaan uit de kerk moesten worden verwijderd.
Aad de Haas heeft de kruiswegstaties zelf uit de kerk gedragen. Nadat hij in 1972 overleed kwam de rehabilitatie jaren later, in 1981; toen zijn de kruiswegstaties met hulp van bisschop Gijssen van Roermond teruggekeerd.

Kreuzweg in der St. Cunibertuskirche in Wahlwiller.

Adrianus Johannes (Aad) de Haas wordt op 30 december 1920 in Rotterdam geboren. Daar volgt Aad de lagere school en aansluitend de mulo. In 1938 wordt hij toegelaten tot de Rotterdamse Academie voor beeldende kunsten op basis van een twee jaar eerder gemaakt stripverhaal: De geschiedenis van een mannetje dat gewoon, zoals iedereen, leefde en doodging. Zo wordt hij ook al in een vroeg stadium geïnspireerd door Bijbelse verhalen.
In september 1943 exposeert Aad de Haas zijn werk bij de galerie van Van Zanten. Bij de controle van de Kultuurkamer (opgericht 1942 door de Duitsers) wordt al het werk van Aad de Haas in beslag genomen. Aad wordt opgepakt en verblijft zes maanden in een politiecel. In maart 1944 wordt hij om onopgehelderde reden vrijgelaten, maar hij is verplicht zich te laten omscholen door de Duitse bezetter.
In 1944 trouwt hij met academiegenote Nel Koekman en zij duiken onder in Zuid-Limburg dat al na vier weken werd bevrijd.
Via zijn vriend, pater Mathot, kopen zij een huis in het dorp Ingber. Door pater Mathot krijgt hij ook de opdracht de kerk van Wahlwiller te schilderen. Aad de Haas schilderde daar in de periode 1946-1949.
Een ware hetze is ontstaan over het schilderwerk van Aad de Haas in de H. Cunibertuskerk van Wahlwiller dat zover ging dat de kruiswegstaties op Goede Vrijdag 1949 op last van het Vaticaan uit de kerk moesten worden verwijderd.
Aad de Haas heeft de kruiswegstaties zelf uit de kerk gedragen. De rehabilitatie kwam in 1981, toen zijn de kruiswegstaties met hulp van bisschop Gijssen van Roermond teruggekeerd.


Om de video van deze kruisweg te bekijken: Klik hier wenn Sie das Video des Kreuzweges ansehen wollen.